Zondagavond, rond negen uur. Dan hangt meer dan de helft van de bevolking voor de buis.
Buiten regent het. Dat helpt altijd. Dan verschijnt hij. Al leek niemand er op te wachten. Hij verschijnt en straalt. Zegt hallo, goede avond en iedereen blij, maar niet zonder mij.
Tien minuten spreektijd krijgt hij. De helft van het land heeft extra drank aangerukt en zit gekluisterd. Iedereen kijkt en luistert. Er zit publiek in de studio. Sorry dat ik studio zeg, tegenwoordig zal het wel anders heten. Platte vorm bijvoorbeeld. Podium misschien? Het publiek in de studio zit even erg gekluisterd.
Hij schittert, er is een ster geboren. Voetballer? Politicus? Schrijver? Doet het er toe?
Applaus na afloop. Iedereen scandeert: Colenbunders, Colenbunders, hop, hop, hop.
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.
Reactietjes