Wijd en zijd verspreid over sociale media, met eind-e inderdaad bekt vollediger, liggen vele malen de zinnen van het leven. Levensvisies en dito wijsheden.

‘Als het maar spannend is’, bijvoorbeeld. Tot ze van de spanning in diepe stress vallen en opbranden. Ze zouden beter een spannend boek lezen.

‘Als ik maar passie voel’. Tot ze in een depressie vallen. Er bestaan nochtans boeken genoeg die druipen bij wijze van schrijven van de passie. Ik denk niet alleen aan het Nieuwe Testament, hoor. Wie vol passie leeft zal lijden. Wat dacht je anders dat passie betekent? Juist, lijden;

‘Als het maar opschiet’. Mijn geliefkoosde levenswijsheid. En dan schieten ze maar erop. Ver geraken ze niet. Nog iemand anders immers schiet terug en meestal raak. Dan schiet niets nog op.

Dan worden ze vijftig jaar of zo en zingen: ‘Is dit alles? Is dit alles? Is dit alles wat er is?’ Ja, doe maar.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.