Het zou een hele eer moeten zijn, het werd echter een twijfelachtige eer. Het staat een persoon vrij zich zo volledig mogelijk in een idee in te schrijven tot de persona, d.i. het masker, er ‘alsof’ uit naar voor komt. Te doen alsof er iets te rapen valt, als je je bukt. Daartoe een plaats bepalen.

De plaatsbepaling vormt dan eigenlijk het eerste sluitstuk. Ja, er is waarlijk sprake van een sluitstuk. Eenmaal ter plaatse blijkt het een sluikstuk. Smokkel om mokkel.

Zie, nu dus ter plaatse domineert een quasi eeuwenoude toren. Die is opgebouwd uit de brokstukken van de eerste toren, de vorige die door de Franse revolutionairen verwoest werd. De toren werpt vergeefs zijn schaduw vooruit. Het is nu eenmaal een twijfelachtige eer als quasi-toren te mogen uittoren.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.