De gristendemocratie in België bereikt haast haar verdwijnpunt onder de kiesdrempel. Is dit nu behoorlijk kut voor dit binnenland?

Eerst liepen de kerken leeg, nu ook de partijen. Er zijn er twee in België, een in het Frans, een ander in het Nederlands. Les engagés in het Frans (de geëngageerden, de betrokkenen), CD&V in het Nederlands. In het Frans is zij al lang niet meer gristelijk. Ze is humanistisch geworden en nu dus betrokken partij zeg maar. Die maar niet betrokken raakt bij het bestuur.

Ooit bestuurden ze decennialang het land. Nu eens samen met de liberalen, dan weer met de socialisten. Ze vormden eigenlijk een volkspartij, vooral in het noorden van het land; in het zuiden was de toenmalige PSC de leverancier van toppolitici.

In de plaats van de gristendemocratie is in het noorden het nationalisme gekomen, zij het dat het dit land gelukkig nog niet bestuurt. Een van de nationalistische partijen bestuurt momenteel de gouw en een grote stad. Zij wordt nooit een volkspartij want ze regeert ten koste van het volk, voor en door de commerciële uitbuitingselite. Totaal wild in het neo-kapitalisme.

Heel erg kut kortom.

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.