Het is behoorlijk druk aan de toog van café ’t Hiernamaals, niet te verwarren met het Hemelrijk, café te Sint-Niklaas op de markt. Daan en Herman maken kennis met elkaar, twee dichters. Ik tref er mijn voormalige afgestorven werkgever Ph M. Ik mag hem nu in het Nederlands toespreken.’Mijn ziekte heeft mijn kennis van het Nederlands niet aangepast. Het was enkel moeilijk ademhalen’.
‘Ik heb uit uw hand mijn brood gegeten, uit andermans hand een fles whisky. Die handen heb ik niet gebeten. Ze waren me gunstig gezind. Ik heb slechts een keer de hand gebeten van wiens brood ik at. Gemene ezel die me wou bijten. J’ai fini par cuire mon propre pain’. (Tenslotte bakte ik mijn eigen brood). Ph M bestelt daarop een rondje.
Reactietjes