Kloppen of drijven, de jacht is open. Het wild zal delen in de kloppen en het drijven. Met trillende poten staan de honden klaar, de snuit omhoog.

Dan heb je de jagers nog, goed uitgerust, wat zeg ik? Volledig uitgerust met gordelpatronen en geweren, camouflagepakken en dito hoedjes. Iedereen is er klaar voor.

Wat verderop trekken drie vissers voor dag en dauw naar de oever van het stuwmeer. Eenmaal aangekomen monteren ze hun hengels, steken aas op de haakjes, werpen aas en lijn in het water en wachten. De een gaat zitten op een stoeltje, de ander blijft staan, een derde loopt de oever af, trekt zijn lijn op, gooit die terug, enz.

Het is nog te vroeg om te weten wat de dag zal brengen.