Hij wordt wakker. Alhoewel, wakker? Nauwelijks. Van opstaan is geen sprake. Enkele nachten op rij dreunt een gast rond drie uur ’s nachts het huis binnen. Hij wordt er bruusk door uit zijn slaap gewekt.

Zo kan het niet verder. Met vereende krachten slaagt hij er alsnog in op te staan. Hij eet heel even wat, drinkt iets en gaat de huisarts raadplegen. Deze doet gewetensvol zijn routineonderzoek en glimlacht. Het is dus niet erg.

‘Stress’, zegt de arts. ‘Je spieren hebben niet meer voldoende tonus op je op de been te houden.’ Hij schrijft twee vitaminen voor. Twee dagen later is hij weer de oude. Een jaar later is de vervelende gast onmerkbaar persona non grata geworden.

 

 
Marc Tiefenthal
Marc Tiefenthal
In tijden van toenemende verdomming en groeiend nationalisme is het gepast, ha, erop te wijzen dat Marc Tiefenthal gemakkelijkheidshalve kan worden gecatalogeerd als Belgisch dichter, die zowel in het Nederlands als het Frans schrijft. In diezelfde context, stijgende verdomming en toenemend nationalisme, vraagt menigeen zich af waar de dichter verblijf houdt. Daar hij op twee plaatsen in de wereld verblijf houdt, dit is bilokaal woonachtig, heeft hij op het Groot Smoelenboek van de heer Sukkelberg, voor de lol Bobigny als woonplaats opgegeven. Kom hem daar maar niet bezoeken. Evenmin als in Menen, Ieper, Leuven, Bossière, Brussel, Antwerpen noch Temse, waar hij ooit gewoond heeft.