‘Napoleon schreef eerst een heel wetboek vooraleer hij zijn oorlogen aanvatte’. Op dit uur van deze dag zit het café Napoleon goed vol. De man aan het woord lijkt haast erudiet. Misschien is hij bibliothecaris. Dan zou hij een grote insteek hebben, die niet onderdoet voor de steek op het hoofd van Napoleon. Zijn gesprekspartner aan de toog geeft snelle repliek: ‘Die oorlogen heeft hij verloren maar met zijn wetboek zitten we nog steeds opgescheept. Wie schrijft die blijft’.
In een halfduistere hoek van het café ontmoeten een man en een vrouw elkaar. Lang zullen ze hier niet blijven.
Buiten is het weer halfzacht, geen echte winter. Toch voelt het kil aan.
Reactietjes