Voorwoord bij de tweede druk
Door R.H.J. Van Densen
Toen in 1978 voorzichtig gestart werd met het academische bijvak Maatschappelijke Spot, in de volksmond beter bekend onder de, deze studierichting tekort doende en zeer gemakzuchtige, benaming ‘Satire’, was er aanvankelijk weinig animo onder de studenten. Men zag eenvoudigweg de toegevoegde waarde van deze studierichting niet in. Het bijtend maatschappelijk commentaar in humoristische aankleding was alomvertegenwoordigd. En het hield arbeidsintensief, vakkunstig doorwerken in, om daar nog arbeid van belang aan toe te voegen.
De toenemende populariteit van televisie, de populistischere koersen van de doelgroepzoekende commerciële journaille, en de latere opkomst van het internet, hebben dit noeste edoch academische genre natuurlijk ook bijgestaan in haar overgang naar de populistische stijlvorm die we heden ten dage kennen in dit land.
NB: Eenzelfde ontwikkeling valt waar te nemen in de grafische kunsten, specifiek in de verwante vakrichitng spotprenten. Waar de schier elitaire beoefening van dit eervolle vak in respectabele periodieken plaats heeft moeten maken voor stilistisch eenvoudigere uitingen, met een voor de hand liggender (door enkele vooraanstaande experts neerbuigend als ‘komisch’ bestempeld), eerder kolderiek-humoristisch dan bijtend en tot verhevene overpeinzingen aanzettend niveau, leek ook de Maatschappelijke Spot dit lot tegemoet te treden.
Gaandeweg de vroegste jaren van de huidige eeuw zonk echter het besef sterk in dat de tijden drastisch veranderd waren sinds de vroegste jaren van deze studierichting. Men zag dan ook in de collegebanken een toename van geïnteresseerde, gedreven jonge geesten die zich gretig verdiepten in deze schier verloren gegane stroming. En ook sindsdien stond de wereld niet stil. Moderne communicatie, multiculturaliteit en veranderende politieke klimaten eisten hun tol van de effectieve Humor.
Terwijl ondertussen tot in de gratis dagbladen die men in het openbaar vervoer aantreft, de ‘moderne satire’ – een stroming die amper deze titel mag dragen, als u ondergetekende naar een onbescheiden mening vraagt – hoogtij vierde, niet zelden stuitend op een beperkt begrip onder haar publiek en een danig gemis aan gewenste uitwerking. Niet langer dient de, laten we vanaf heden de populaire terminologie hanteren, Satire, tot verheffing en zelfeducatie van de goede verstaander, simpelweg, omdat de goede verstaander doofgeschreeuwd is.
Vanuit overheidswege is dan ook besloten de opleidingen Maatschappelijke Spot subsidiair te versterken en dit vakgebied, dat relevanter dan ooit zou moeten zijn, weer haar plaats op het nationale uitingentoneel terug te gunnen. Met een gedegen kwaliteitsbewaking, dat spreekt voor zich.
We hebben allen gezien wat er van komt als men bloggers, columnisten, zelfs jonge literatoren die zich onafdoende in de ongeschreven wetten van deze kunstvorm verdiept hebben maar haar wel menen te moeten beoefenen, het voortbestaan van de Satire toevertrouwt. Onbegrip onder lezers, die de Satire voor Waarheid verstonden, met alle gevolgen van dien. Een verregaande erosie of zelfs debilisering van het inhoudsniveau. En niet in de laatste plaats, in onze huidige individualistische moderne tijd toch een van de grootste zorgen van de moderne Westerse mens, Satire die kon leiden tot gekrenkte zielen. Ja, de moderne Satire schrikt er niet meer van terug om ’s andermans goede naam te schenden of zelfs een persoon te kwetsen.
Daarom is het handvest, dat u na dit lange voorwoord aantreft, van zo’n groot belang. Er wordt aandacht besteed aan het uitbouwen van een uitvoerige context, teneinde ‘de grap’ niet onuitgelegd te laten. De geoefende Satirist weet immers, dat misverstand over de kernboodschap tot ernstige gevolgen kan leiden.
Voorts zult u verschillende nieuwe addendums in dit boekwerk aantreffen, die de verse juridische en internationaal-politieke gevolgen van al te onzorgvuldige Scherts uiteenzetten, en enkele basisregels ter voorkoming hiervan voorschrijven.
Want u zult met mij eens zijn: Satire moet vóóruit. Het is onwenselijk dat deze hogere kunstvorm nog, onder het mom van de zogenaamde ‘vrijheid van meningsuiting’, in handen kan zijn van Vlaamse en Nederlandse webloggers, columnisten – en zelfs burgers. Humor moet weer haar plaats kennen binnen het totale maatschappelijke discussiespectrum. Zo krijgen we de kakafonie, die vrije meningsuiting op het wereldwijde web en verschillende publiekelijk ter beschikking gestelde plaatsen, hopelijk weer in het gareel en mag de fatsoenlijke medemenselijkheid aan haar tweede Gouden Eeuw beginnen.
Ik wens u veel leesplezier.
© 2023 KutBinnenlanders.nl
Theme by Anders Noren — Up ↑
Reactietjes