Neuriënd stak Bianca de sleutel in haar slot. Het was, alles bij elkaar, een mooie dag geweest. Op dat gedoe met de moorden na dan. Twee in één nacht. Zou er nog één… Ze schudde de gedachte van zich af en opende haar deur. Het geluid van de bos sleutels die op het tafeltje naast de deur klingelde was het laatste dat ze hoorde voordat een scherpe pijn haar trof en alles zwart werd.

“En in de westerse wereld ?” vroeg Albert voorzichtig. Werner schudde zijn hoofd. “Als je diepgewortelde culturele betekenis van bamboe zoekt, zit je verkeerd in het Westen. In het Oosten zijn er vele creatie-verhalen en feng shui-bepalingen waarin bamboe een belangrijke rol speelt en in Japan wordt zelfs geloofd dat bamboe het kwaad buiten kan houden. Maar zoals altijd wordt in het Westen enkel naar productie, kosten versus opbrengst, en toepassing gekeken. Vrijwel alles wat er aan cuilturele significantie bij bamboe terug te vinden is, komt volgens mij van het Oosten. Ik kan het natuurlijk mis hebben. Maar,” en hij dronk zijn kopje koffie leeg, “vanwaar al die belangstelling voor mythen rondom bamboe, Albert ? Ik weet dat die krant van jou doorgaans veel suffige verhalen publiceert – de sappigere maar toch integere intriges van jouw hand uitgesloten, uiteraard – maar ik kan me moeilijk voorstellen dat je een spreekbeurt over wat in feite een grassoort is, moet schrijven.”
Albert lachte en klokte ook zijn kopje leeg. “Ik moet gaan, Werner. Maar je hebt me geholpen bij een veel groter ander verhaal. Ik mag nog niets prijsgeven, maar zodra het gepubliceerd wordt, zal het denk ik dit dorpse stadje op zijn fundamenten laten trillen.”
Hij liep haastig de koffiezaak uit. Een paar streng kijkende ogen volgde hem vanaf een onopvallende hoek van de straat. En kalm en stilletjes stapten twee paar voetzolen Albert’s haastige tred achterna.

Een zwarte sterrenregen en een stekende pijn branchten langzaam Bianca terug naar de realiteit. Verdwaasd constateerde ze eerst zichzelf, daarna dat ze in een oncomfortabele houding half voorover gebogen zat, met haar handen achter de rug. Ze staarde naar haar benen onder zich terwijl ze zich probeerde te bedenken wat er in vredesnaam gebeurd was. Een voorzichtige poging om de oncomfortabele houding te verwisselen voor een comfortabele bracht enkele stevige pijnen in haar armen en een bekend klinkend metaalgeluid. Handboeien ! Iemand had haar verdomme op haar eigen bed vastgemaakt met handboeien. Haar vingers voelden even over het metaal. Verdomme, dacht ze. Haar politiehandboeien. Niet de andere set.

Voor zover ze kon keek ze de kamer rond en zag plots dat Cees pal voor het bed stond. Ze schoot in de lag. “Cees ! Wat de hel, lieverd. Ik dacht even dat ik beroofd werd of zo. Kom, maak me los, geen grappen meer nu.”

Cees staarde haar met een ijskoude blik aan. “Inderdaad. Geen grappen meer nu. Ik denk dat het tijd is voor een heel serieus gesprek… mejuffrouw Bianca Vijver.”

 
René van Densen
René van Densen
René van Densen (1978) is een cynische dromer, een lachende pessimist, een realistische romanticus, een honklosse kluizenaar, een intelligente mafkees, een bedachtzame schreeuwer, een podiumschuwe polderpoëet, ex-nachtburgemeester van Tilburg, ex-striptekenaar, ex-schrijver, ex-webdeveloper, ex-vuilnisman, ex-kind en ex-volwassene, ex-burger, en kattenpapa van een Gentse terror kitten. Eerste Nederbelg die toetrad tot de Wolven van La Mancha. Maar is uiteindelijk niet zo van de collectieven. U treft hem uitsluitend in vrouwonvriendelijke omgevingen aan, en die nieuwe roman van hem komt ook nooit af. Werd al eens omschreven als "onbegonnen werk" door een prachtige blondine.

www.renevandensen.nl
Meer René op Facebook !