Het gordijn schoof opzij. “Lucht je hart, mijn zoon,” klonk een vriendelijke en vertrouwelijke stem aan de andere kant van het moeilijk doorzichtige patroon. Vader Mineur voelde een traan opwellen. Even drukte hij zijn zakdoek zachtjes tegen zijn oog, daarna zijn neus, daarna zijn lippen. Hij zuchtte diep in het zachte katoen. “Vergeef me, collega, ik heb gezondigd,” prevelde hij zacht. Hij zag het silhouet aan de andere kant een ietwat verbaasde hoofdbeweging maakte, maar slikte snel zijn nervositeit weg en vervolgde, “Er is twee jaar verstreken sinds mijn laatste biecht. Ik heb me schuldig gemaakt aan onzedelijk gedrag. Moge de Here me vergeven.”
Aan de andere kant van het luik klonk de zucht van een man die duidelijk probeerde te zoeken naar de juiste woorden om hierop te antwoorden.
“Ik heb kinderen betast, collega. En meer. Jongens en meisjes. Ik kon mezelf niet helpen,” snikte Vader Mineur. Even hapte hij naar adem. “Ik was zwak, en de pure onschuld die ze bezaten, ik voelde een onherroepelijke drang, een band met de kinderen. Zijn wij ook niet immers allemaal kinderen in geest en hart, collega, ondanks alle ellende waar we dagelijks mee geconfronteerd worden ? Het begon onschuldig, met fijne gesprekken over hun levens, en stap voor stap werd ik onherroepelijk tot hen aangetrokken. Sommigen leken me zelfs uit te – neen, neen, ik mag dit niet zeggen, het is echt allemaal mijn schuld. Ik ben te ver gegaan, ik heb in mijn zwakheid mezelf overgegeven aan lage aardse driften, verfoeilijke lust – verd- !” Even spuugde hij van pure walging over zichzelf op de vloer van de biechtstoel. Hij vermande zich ietwat en wou vervolgen. Op een begrijpende toon begon echter de biechtvader te spreken.
“Het is allemaal begrijpelijk, collega. Het vlees is zwak, soms bij de meest gelovigen onder ons. Het belangrijkste is dat U berouw toont, dat U begrijpt dat U verkeerd hebt gehandeld. Ik vermoed dat we binnen de Kerk – uiteraard met een passende zware straf eraan gekoppeld – wel een oplossing voor U kunnen vinden.”
“Nee, nee,” haastte Vader Mineur zich om meer op te biechten, “het is niet alleen dat. Mijn geweten was zo bezwaard van alles wat er gebeurd is, en het is nog uitgekomen ook. De kinderen hebben zich uitgesproken. Ik ben de schande van mijn parochie geworden, en één voor één verlaten de gelovigen mijn kerk.”
Het silhouet knikte zijn hoofd. “Het is goed dat U dit ook onder onze aandacht brengt. We gaan dit uiteraard diplomatiek oplossen met de lokale bevolking. U zal een passende vervanger krijgen, één die de kudde bij de Kerk zal kunnen houden.”
Snikkend schudde Vader Mineur het hoofd. “U begrijpt het nog niet, collega. Ik ben zo aangegrepen geweest door de commotie, door mijn eigen zonden, dat ik bijna mezelf nog verder overgegeven heb tot één van de ergste hoofdzondes toe. Oh, vergeef me, vergeef me !” Huilend zakte hij ineen tegen het hout onder het luik, de handen in elkaar geslagen.
“U bedoelt… ?” klonk het licht geschokt.
“Ik heb een paar dagen vrijaf genomen en ben naar een goede vriend in een klein Belgisch dorpje afgereisd. Daar heb ik uitvoerig gewandeld en nagedacht, gebeden, om een inzicht hoe met de situatie om te gaan. Gedreven door mijn schuldgevoel hield ik halt voor het raam van een dierenwinkel. Tot mijn grote schrik lagen daar revolvers en jachtgeweren, pal naast de hondenmanden. En even, héél even…” Hij slikte.
“… heeft U overwogen er een einde aan te maken,” begreep de stem.
“Ja,” barstte Vader Mineur wederom in huilen uit. “Oh, Mijn God, vergeef me ! Ik dacht stérker te zijn, maar ik ben zwak ! Zo, zo zwak ! Oh Vader in de Hemel, vergeef uw arme dienaar !”
“Ssssst,” maande de biechtvader. “Rustig, collega. We gaan er alles aan doen om uw ziel terug in het reine te brengen met de Schepping. Geloof me, ik sta bij U, U kunt op me rekenen, uw ziel is nog niet verloren !”
“Oh,” snotterde Vader Mineur, “oh, collega, U heeft geen idee hoe heerlijk dit is om te horen. Met alle tumult die ontstaan is, en dan nog die rechtszaken-“
“Rechtszaken ??” klonk het geschokt. Daarop klonk de klap van een deur. En voetstappen die zich weghaastten.
Verbaasd schoof Vader Mineur het gordijn open. De kerk was verlaten.
Reactietjes