Een geiser van gekrijs

Het duurde even voor de eerste steen doel trof. Het was opvallend hoeveel mannen mis gooiden. Soms meters. Zenuwen? Lijkt me sterk, het geloof stond immers aan hun zijde. Terecht overigens. Vrouwen moeten niet zo’n grote broek aantrekken. En al helemaal niet uitrekken. Vooral niet in het bijzijn van drie moslimmannen. Kat. Spek. Et cetera. Tja, dommigheid komt overal voor. Ook bij meisjes van dertien. Dat blijkt maar weer. Goed dat er corrigerende maatregelen bestaan. Dat zal ze leren. De geile sloeries. Verkrachting mijn reet… Tot zover de moraal, terug naar de actie. Zoals gezegd was het even wachten tot de eerste PATS! Een inspirerende PATS! Op het jukbeen. Het bloed gutste eruit. Vrijwel meteen. Een teken van hogerhand. Van Allah. Een aanmoediging, dat vooral. Dus. PATS! PATS! PATS! Et cetera.

Het toeval wilde dat ik vorige week in Somalië was. Een oud-studiegenoot van me woont/werkt in Mogadishu. Tweehonderd euro retour – de lage vliegprijzen blijven me verbazen. Maar niet te lang, want voor je het weet is het leven alweer voorbij… Een weekje vakantie dus. De eerste dagen verliepen rustig, om niet te zeggen saai. Wat rondhangen in de blanke pubs… Totdat… een buzz zoemde door de wijk… er stond een steniging op stapel! Mijn vriend wist te vertellen dat het een culturele happening van formaat zou worden. Ik moest mijn borst maar eens natmaken. En, wat zouden mijn vrienden thuis jaloers zijn. Die kans wilde ik natuurlijk niet laten lopen.  

Het stadje Kismayo lag op een voor Afrikaanse begrippen steenworpafstand van Mogadishu. Met de hagelwitte leaseauto van mijn vriend legden we de route in een halve dag af. We waren ruim op tijd, dus we slenterden wat rond in de buurt van the place to be, het plaatselijke voetbalstadion… Ongeveer een uur voor het spektakel startte, arriveerde een vrachtwagen. De lading: stenen. De chauffeur stortte ze opvallend routineus in een van de strafschopgebieden. (Het doel was voor de gelegenheid verwijderd.) Het verbaasde me dat we er gewoon naartoe konden lopen – entree hadden we ook al niet hoeven betalen. Waarschijnlijk zijn de culturele activiteiten in Ethiopië gesubsidieerd, al dan niet met ontwikkelingsgelden. Ik raapte een steen op. Niet groter dan een tennisbal. Keurend liet ik het graniet (?) een paar keer in mijn handpalm ploffen.  

De houten tribune stroomde langzaam vol. Met mannen, uiteraard. Opvallend veel blanke mannen overigens. De buzz had zijn werk gedaan onder de toeristen. Ook wij namen plaats, allebei een tej in de hand. De feestelijke drank smaakte lekker bitter. Denk aan… nee, ga zelf maar een keertje proeven. Tweehonderd euro kunt ook U gemakkelijk betalen. En misschien heeft ook mazzel en kunt ook U naar een steniging. Cultuur snuiven reinigt de ziel. Dus. De stevig vastgebonden slet werd binnengedragen door twee mannen, gevolgd door een stoet moslims (?) met baarden. Ze spartelde en schreeuwde. Ja meisje, berouw komt na de zonde! Nu pas zag ik dat er op de middenstip een gat was gegraven. Het meisje erin, het gat dicht en gooien maar zou ik zeggen!

Nee, zo gemakkelijk ging het niet. Eerst de rituelen. De baarden slingerden haar allerlei verwensingen naar het hoofd. Het spuug vloog haar om de oren. Een paar mannen begonnen in tongen te praten – en zelfs te schuimbekken. Wat een prachtig schouwspel. En het meisje bleef maar schreeuwen. Omdat alleen haar hoofd boven de grond uitstak, had dat een mooi dramatisch effect. Alsof een geiser van gekrijs omhoog spoot uit de spelonken van het vagevuur. Ja, de regisseur had het goed begrepen… Een soort scheidsrechter (de regisseur?) in een zwart gewaad maakte een einde aan het voorspel. Het was tijd voor het hoofdprogramma… De mannen liepen naar de berg stenen en staken er een paar in hun buideltassen. Met gesteende vuisten gingen ze in een kring om het meisje staan. Op zo’n twintig meter afstand, zodat de toeschouwers optimaal van het spektakel konden genieten. En geen journalisten te zien! (Een buzz heeft zo zijn eigen wetten.) Noem het decadent, maar ik hou van exclusiviteit.

PATS! PATS! PATS! Het bloed spoot er nu uit. En een gekrijs!  Zoiets afgrijselijks had ik nog nooit gehoord. Een rilling schoot over mijn rug. Om mijn ongemakkelijk gevoel weg te drukken, riep ik ‘Jew! Jew! Kill the jew!’ Een enkeling herkende de Monty Python sketch uit The life of Brian en lachte bevestigend. PATS! PATS! PATS! Drie keer achter elkaar raak! Ha, ik kwam weer in het spel… Geconcentreerd probeerde ik me te verplaatsen in de benarde positie van de sloerie. Brrrrrrrrr… Shit zeg, dat associëren verhoogde de amusementswaarde aanzienlijk… lekker zielig… He, wat nu?! De scheidsrechter legde de wedstrijd stil. Een paar verpleegsters groeven het meisje uit de grond. Ik dacht te zien dat haar bovenlip loshing – ik had helaas geen verrekijker bij me. Zou ze dood zijn? Nee, gelukkig, ze was slechts bewusteloos. Binnen vijf minuten was ze weer speelklaar gemaakt door de verpleegsters. Mijn vriend stootte me triomfantelijk aan en stak zijn duim omhoog.  

PATS! PATS! PATS! Het hoofd spatte bijna uit elkaar. Daar kon een splattermovie niet aan tippen. De hoer moest nu wel dood zijn. De scheids beëindigde de wedstrijd. Dat kwam hem op een striemend fluitconcert te staan. Ja, de sfeer zat er goed in. Ook wij waren in onze nopjes… We dronken nog een tej of twee, drie, vier, vijf… Aangenaam rozig reden we terug, over de verlaten zandwegen langs de kust. Ik kneedde mijn kruis, was een beetje geil geworden. Mijn vriend had het in de gaten. Hij kende wel een adresje. ‘Hier zijn zat hoeren jongen, dit land wemelt van de hoeren.’   

 

Gezien: De steniging van Aisha Ibrahim

Waardering: Beoordeling: ۞۞۞۞۞

 
doctorandus Dautzenberg
doctorandus Dautzenberg
A.H.J. Dautzenberg (1967) woont en werkt in Tilburg-Noord.
www.ahjdautzenberg.nl
www.uitgeverijcontact.nl